Ze zijn niet rood ze zijn niet wit, maar ze zijn precies goed! Deze appelroosjes zijn knapperig en zoetjes tegelijk. Mooi om te geven, te krijgen of om zelf te maken. Maak je blij!
Dit recept staat niet zonder reden onder ‘makkelijke recepten’. Naast dat het super simpel te maken is, zal je iedereen er mee verbazen. Het ziet er namelijk heel chique uit. Toch heb je maar 3 basis ingrediënten nodig voor deze appelroosjes.
Aantal: 4
Keukenwacht: 30 minuten
Wat heb je nodig?
– Appel (1 mooie)
– Filodeeg (1 pakje is meer dan voldoende)
– Ei (1)
– Citroen (1)
– Kaneel (snuf)
– Muffinvorm
– Oven
Hoe maak je ze?
1) Kook ruim water om een kommetje te vullen. Zet de oven alvast aan op 200 graden.
2) Was de appel en snijd deze in dunne stukjes.
3) Is het water gekookt? Voeg het dan toe aan een kommetje en knijp de citroen uit. Voeg het sap ook toe aan het kommetje. Roer het even door elkaar en voeg de appel stukjes toe. Laat dit minstens 15 minuten weken. Zo worden de appelstukjes wat slapper waardoor het makkelijker is om mee te werken.
4) Klop in een ander kommetje de ei los en voeg een snuf kaneel toe.
5) Haal nu de filodeeg uit de verpakking en bestrijk de vellen met wat ei-kaneel. Vet de
6) Vouw de filodeeg nu dubbel tot het net zo groot is als je wijsvinger (dit kan variëren. Maar kleine vingers, klein mondje).
7) Haal de appelstukjes uit het water en dep ze een klein beetje droog met een handdoek of keukenrol. Leg ze vervolgens netjes naast elkaar op het filodeeg.
8) Sla het filodeeg nu naar de appels toe zodat de appels bedekt zijn. Rol vervolgens van links naar rechts en leg ze gelijk in de muffinvorm.
9) Zet de appelroosjes voor 15-20 minuten in de oven. Daarna zijn ze klaar!